Kinderwerk onder mijnwerkers Bolivia

In Potosí, Bolivia, groeien kinderen van mijnwerkers op in geestelijke en vaak ook letterlijke duisternis. Ze zijn vaak overtuigd dat Moeder Aarde een persoonlijke god is en dat Satan de macht heeft onder de grond, in de mijn. Deze overtuigingen vermengen zich met tradities uit het katholicisme, waardoor het voor hen moeilijk, bijna onmogelijk is om de persoon van Jezus Christus in hun hart te leren kennen.

De projectmedewerkers zetten zich in om deze kinderen de ontferming en Waarheid te bieden die zij kunnen vinden in Jezus. Ze wonen tussen de kinderen, delen het leven met hen, bidden samen en zijn creatief bezig. Dit laatste helpt de kinderen niet alleen om creatieve vaardigheden te ontwikkelen, maar ook om moeilijke emoties een plek te geven.

Veel van deze kinderen ervaren verwaarlozing, agressie, armoede en kinderarbeid—ook in de mijnen—en leven met angst. Ongevallen en longziekten leiden vaak tot de dood van hun vaders voor of rond hun 40e-45e levensjaar. De vaders blijven vaak op de been door alcoholisme, het kauwen van cocabladeren en afgoderij.

Bijzondere aandacht gaat uit naar kinderen met een beperking of trauma. Onze medewerkers werken samen met de lokale gemeente van Jezus Christus, lokale zendingswerkers en als informeel veldmedewerker met een zendingskliniek. De mijnwerkers behoren tot de minst bereikte groepen van Bolivia, en ons werk is gericht op het brengen van hoop en herstel aan deze kwetsbare kinderen.